Storten op een hoop
Concept voor opslag in hopen van zetmeel- en verwerkingsaardappelen
Na het rooien worden de aardappelen direct uit de bunker op tot 7,5 meter brede hoop aan de rand van het veld gestort. De ondergrond moet vlak zijn en vrij van diepe bandensporen. Voor het aanleggen van de hoop wordt met de rooier schuin naar de hoop gereden om de volledige breedte van de hoop te benutten. Bij non-stop rooien met overlaadbunker wordt de hoop gestort door de aanhanger via de achterkant op de hoop te lossen.
Tijdens de opslag in hopen kan aangehechte aarde opdrogen en waardoor het tijdens het verladen met de muis kan worden gereinigd. Het reinigingseffect van de Maus kan nog verder worden verbeterd door de hoop eerst af te dekken, een bijzonder voordeel bij aardappelhopen met een hoger grondaandeel.
De reinigingswalsen in het opnamesysteem en de 10-voudige wringerwalsreiniger verwijderen het grootste deel van stengels, onkruid en aarde.
